Vaart Processie
"PROCESSIE IS NOG STEEDS WAARDEVOL"
Na al die jaren is de Heilig-Bloedprocessie in Boxmeer nog steeds springlevend. De devotie is weliswaar minder geworden, maar dat duizenden mensen elkaar vanwege de processie ieder jaar op de tweede zondag na Pinksteren opzoeken, dat zegt genoeg. Voor Karmeliet Falco Thuis is de Vaart, zoals de processie in de volksmond wordt genoemd, een immer levende herinnering aan de wonderlijke gebeurtenis die zich in 1400 in Boxmeer zou hebben voltrokken. De Orde der Karmelieten heeft in het verleden onder meer een grote rol gespeeld bij de instandhouding van de processie.Falco Thuis is twaalf jaar lang in Rome generaal overste van de Orde der Karmelieten geweest. Hij heeft in die hoedanigheid heel veel mensen en landen opgezocht en weet dus wellicht als geen ander in welke context de verering geplaatst moet worden van het wonder, dat in 1400 in Boxmeer zou zijn gebeurd. Een priester twijfelde aan de omzetting van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Plotseling stroomde er bloed over de kelk. Een enkele druppel kon worden opgevangen op een corporale. Dit witte doekje is bewaard gebleven en opgeborgen in een zilveren reliekschrijn. En dat met goud belegde 'kastje' wordt sindsdien elk jaar tijdens de processie als dé relikwie meegevoerd. Nu al zes eeuwen lang en dat wordt eind juni in Boxmeer gevierd met een groots opgezet jubileumprogramma.
INDRUKWEKKEND
In 1951 maakte Falco Thuis als novice, als aankomend kloosterling, voor het eerst en voor een korte periode kennis met de typische Boxmeerse traditie. Enkele jaren geleden keerde hij, op verzoek van het plaatselijk pastoraal centrum, definitief terug in de Oostbrabantse plaats. "Ik herinner me de processie als een indrukwekkende gebeurtenis, omdat er in een week tijd wel vijf processies door de straten trokken. Het was toen ook meer een bid-vaart dan een kijk-vaart, zoals je de processie nu zou kunnen betitelen. Voor mij was de devotie voor het relikwie van het heilig bloed een directe verwijzing naar de aanwezigheid van Christus in de eucharistie. Ik had er geen moeite mee te denken of het waar gebeurd was, dat stond voor mij gewoon als een paal boven water. Toen ik enige tijd later in het Carmelietenklooster in Boxmeer filosofie ging studeren, ben ik anders gaan denken over de verering van het bloed. Ik herinner me nog dat ik als student - kritisch gemaakt door alles wat met filosofie te maken had - aan een pater die de relikwie bewaarde, heb gevraagd of ze ooit hebben laten onderzoeken of het geronnen bloed echt bloed was. 'Jij typische heidense filosoof, dat je dat vraagt', was de reactie van die pater. Dit soort vragen behoorde je niet te stellen. Dat was zo vanzelfsprekend, dat vroeg je gewoon niet. En dat kon ik me op zich ook heel goed voorstellen. Als jong Karmeliet heb ik het meegemaakt dat heel Boxmeer door die processie op zijn kop stond, dat er bussen met pelgrims deze kant op kwamen. Om te kijken en te bidden en om zelf mee te lopen in de stoet. Beïnvloed door de studies in Nijmegen en Rome en door het Tweede Vaticaans Concilie ben ik tot de conclusie gekomen dat de processie een veel wijdser gebeuren is geworden. De aanwezigheid van Christus om aanbeden te worden, staat voor mij niet meer zo centraal. Het is voor mij veel meer wat Christus heeft willen accentueren: de eucharistie als een maaltijd, die mensen bij elkaar brengt om hen uit te dagen en te stimuleren om Christen zijn. En zo zie ik de processie ook. Die relikwie komt tot ons van generatie op generatie, is doorgegeven, bewaard en vereerd als iets heiligs uit het verleden. Nu, vandaag de dag zou ik zeggen dat die twijfelende priester misschien ook wel symbool voor ons mens-zijn is, omdat wij ook worstelen met het begrip eucharistie en met Christus' werkelijke aanwezigheid. Wat is het eigenlijk, waar gaat het over, wat is er heilig in ons leven? Die relikwie helpt ons nadenken over het leven, dat er hoop is en dat straalt de processie in al haar vreugde, muziek en symboliek ook uit".FOLKLORE?
Maar past de traditie, de folklore van zo'n processie eigenlijk nog wel in deze zakelijke tijd? Falco Thuis: "Ik denk het wel. Misschien is het voor de helft folklore, misschien ook niet, Ik noem het liever volks-vroomheid. Het is op zich toch bijzonder dat nog steeds, gebaseerd op een aloud verhaal, die verering plaats vindt. Dat verwondert me zelf ook. Pas nog heb ik de reliekschrijn bekeken, dat prachtige schrijntje, met goud belegd. Om de teksten eens te lezen die daarop staan en toen vroeg ik me zelf af hoe zoiets in 1482 gemaakt kon zijn. Let wel: tien jaar voordat Colombus erop uittrok om Amerika te ontdekken. Geweldig toch? Dat vind ik ook van het feit dat jaar in jaar uit zoveel mensen in Boxmeer gemotiveerd zijn, om er zoveel voor over te hebben om deze traditie niet verloren te laten gaan. Dan kan het niet alleen folklore zijn. Want dan zou je nog veel leukere dingen kunnen bendeken. Het gaat ook en vooral om de verbondenheid, die de Vaart zo bijzonder maakt. Ik ben zelf geen Boxmerenaar, maar het valt mij wel op dat de processie elk jaar weer een familiefeest is. Mensen op de been brengt, samen brengt, om samen feest te vieren, om samen solidair te zijn. Met een geleerd theologisch woord noemen ze dat ook communio maken, gemeenschap makend. En dat is precies wat de eucharistie ook wil: mensen samen brengen!".Ooit is de processie in Boxmeer vergeleken met carnaval. Falco Thuis kan zich hier totaal niet in vinden. "Carnaval is iets wezenlijks anders. Met carnaval wordt op een clownekse wijze de ernst van het leven gerelativeerd. Door maskers en doordat mensen zich verkleden. Natuurlijk, in de processie lopen mensen ook verkleed rond, maar ik noem dat meer aankleding dan verkleding. Overigens kan ik het me goed voorstellen dat buitenstaanders vreemd tegen de processie aankijken. Dat ze het niet begrijpen, dat ze het zelfs belachelijk vinden. Maar waarom kun je geen respect opbrengen voor iets dat je niet begrijpt of waarin je niet deelt, waaraan je niet deelneemt? We hoeven er natuurlijk niet omheen te draaien dat de intense beleving van vroeger een beetje weggeëbt is. Ik zie het nu zo: de processie trekt met een groepje van ingewijden door een wereld van uitgewijden. Het is immers niet meer zo vanzelfsprekend dat mensen geloven, het is veel vanzelfsprekender dat mensen haast niet meer geloven. Des te meer reden om dit mysterie goed te bewaren, te cultiveren en vorm geven, want de processie heeft voor mij nog steeds een grote betekenis. Daarom vind ik het jubileumprogramma en al die voorbereidingen die er voor nodig zijn, geen weggegooid geld of verspilde energie. Het maakt mensen blij en laat hen stil staan bij een verleden, dat nog steeds mensen samen brengt, of zoals dat in Engeland wordt gezegd, wat live giving is".