Oorsprong omstreeks het jaar 1400

De Boxmeerse Vaart is een kleurrijke (kinder)processie die jaarlijks door de straten van Boxmeer trekt.  Het gezegde luidt: Pinksteren vroeg, Pinksteren laat: veertien dagen later trekt de Boxmeerse Vaart. Het middelpunt van de Vaart is de grote groep rondom de reliek van het Heilig Bloed. De Vaart vindt zijn oorsprong omstreeks het jaar 1400. 

De overlevering verhaalt dat een priester twijfelde aan de omzetting van brood en wijn in lichaam en bloed van Christus. Het bloed bruiste over de kelk en een druppel bleef achter op de corporale (witte doek) nadat de priester zijn fout erkende. Dit doek is bewaard gebleven en opgeborgen in de zilveren reliekschrijn en wordt tot op de dag van vandaag meegedragen in de Boxmeerse Vaart. Na al die jaren is de Heilig-Bloedprocessie in Boxmeer nog steeds springlevend. De devotie is weliswaar minder ge-worden, maar ieder jaar wordt de traditie nog volop gevierd.

De Vaart telt 3 groepen die traditioneel gekoppeld zijn aan een kleur 

De processie wordt geopend door de Suisse met het Sambeekse Gilde, waarna de Ma-riagroep te zien is. In deze groep staat de kleur blauw centraal en ligt accent op de Ma-riaverering. De blauwe bloemenmand, de blauwe mennekes, de blauwe hoorn des overvloeds, blauwe edelknapen en de tuilen-dragers omlijsten de groep. Traditioneel loopt er in deze groep ook een groep bruidjes mee: de allerkleinste die mogen strooien. 

De Bloedgroep draait natuurlijk volledig om het Heilig Bloed. De kleur rood staat in deze groep centraal. Deze groep is het grootst. De kruisridders lopen vooraan in deze groep, gevolgd door het kruis en de gebedsgroep. Dan volgen de hoorn des overvloed en het Heilig Bloedvaandel. De bloemenmand in de kleur rood, de rode mennekes, de houten kaars en de wierrookgroep lopen voor het Boxmeerse Gilde. Zij beschermen het Heilig Bloed wat onder de hemel meegedragen wordt. Met de rode edelknapen wordt deze groep afgesloten. 

De laatste groep is de Sacramentsgroep. In deze groep wordt de eucharistie geëerd. Hier staat de kleur wit centraal. Deze groep wordt geopend door de zwarte edelknapen met aansluitend de Carmelgroep. Daarna volgen de korenaren en de broodjesgroep. Deze verwijzen naar het brood wat staat voor het lichaam van Christus. De druivengroep verwijst naar de wijn, het bloed van Christus. Ook de Sacramentsgroep kent traditioneel een bruidjesgroep. Daarachter ziet men de bevriende Gilde van Beugen. Aan het Tintinnabulum en het conopeum kan men herkennen dat de kerk de eretitel van Basilica minor heeft gekregen. De engelen zijn altijd een bijzondere verschijning. Het Heilig Sacrament wordt door de pastoor onder de hemel meegedragen, daarachter ziet u de staf en het vaandel van de Vriendenkring/de ‘Pierezuukers’. Net voor de Boxmeersche Harmonie die altijd traditiegetrouw de Vaart afsluit vindt u de groep ‘Pierezuukers’. Deze mensen zijn van grote waarde geweest voor de Boxmeerse Vaart.

Immaterieel cultureel erfgoed

De Boxmeerse Vaart officieel erkend als Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoed.

Een traditie om trots op te zijn! Op zaterdag 13 oktober is de Boxmeerse Vaart officieel uitgeroepen tot Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoed en opgenomen op de nationale lijst. Deze bijzondere erkenning vond plaats tijdens de grote Manifestatie Immaterieel Erfgoed in Fort Voordorp te Utrecht – een dag waarop tradities uit heel Nederland in de schijnwerpers stonden.

De Boxmeerse Vaart kreeg deze eervolle status samen met het Bloemencorso in Zundert en het Sint Maartenberaad in Utrecht. Een internationale toetsingscommissie beoordeelde zeven Nederlandse aanvragen, waarvan er uiteindelijk drie met vlag en wimpel door de selectie kwamen.

Een traditie met betekenis

De erkenning is een enorme opsteker voor iedereen die zich inzet voor deze eeuwenoude Boxmeerse traditie. De Vaart is méér dan een religieuze processie – het is een sociaal, cultureel, historisch én spiritueel erfgoed dat diep geworteld is in de gemeenschap. Meer dan 250 vrijwilligers en talloze deelnemers dragen elk jaar bij aan het levend houden van dit prachtige gebruik.

Een onverwachte verrassing

Voor de Boxmeerse delegatie kwam de uitverkiezing als een complete verrassing. Tijdens de manifestatie was de Vaart vertegenwoordigd met een indrukwekkende tentoonstelling, naast ruim 130 andere tradities. In een zaal vol erfgoedliefhebbers, vakmensen en vertegenwoordigers van UNESCO werd de officiële erkenning uitgesproken door Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (NCVIE). De verraste secretaris/penningmeester van de Boxmeerse Vaart, mr. Wim Goossens, mocht de bijbehorende laudatio in ontvangst nemen én kreeg bloemen uit handen van de UNESCO-secretaris.

Wat is immaterieel erfgoed eigenlijk?

Immaterieel erfgoed – ook wel levend erfgoed genoemd – zijn tradities, rituelen en gebruiken die van generatie op generatie worden doorgegeven. Denk aan feesten, ambachten, volkskennis en rituelen die mensen koesteren en willen bewaren. In tegenstelling tot tastbaar erfgoed zoals gebouwen of schilderijen, leeft immaterieel erfgoed in de harten en daden van mensen.

Met de ondertekening van het UNESCO-verdrag ter bescherming van immaterieel erfgoed in 2012 heeft Nederland zich verbonden aan het behouden en ondersteunen van deze tradities. Niet door ze ‘vast te zetten’, maar juist door ruimte te geven aan vernieuwing en doorontwikkeling, zodat elke generatie het erfgoed zich opnieuw eigen kan maken.

Waarom is dit belangrijk?

De Vaart is niet zomaar een gebeurtenis; het is het sociale cement van de gemeenschap. Het verbindt, inspireert en geeft identiteit aan Boxmeer. Deze erkenning is dan ook niet alleen een eerbetoon aan het verleden, maar ook een aanmoediging voor de toekomst. Want door deze traditie te koesteren en te blijven beleven, geven we haar door – levend en wel – aan de volgende generaties.

Bekijk video

De Boxmeerse Vaart